Tijdens de coronacrisis kende de huizenmarkt een zeer sterke groei. Mensen die in een appartement woonden, gingen op zoek naar een huis met een grote tuin. De belangrijkste reden: de opeenvolgende en aanslepende lockdowns overleven. Het gevolg was dat er elke week meer huizen werden verkocht, en tegen steeds hogere prijzen.
De afgelopen twee maanden lijkt deze trend te vertragen. Er beweegt precies wat op de huizenmarkt. In januari kochten we nog 8,9 procent meer huizen dan vorig jaar. Maar in februari was dat nog slechts 0,4 procent meer, en in maart daalde dat zelfs tot -1,5 procent. Als je de cijfers enkel voor Vlaanderen bekijkt, dan zie je zelfs een daling van -3,5 procent in het aantal verkopen.
Volgens analisten zijn er verschillende belangrijke oorzaken van deze daling. Ze kijken naar de oorlog in Oekraïne, de inflatie die al maanden aansleept en de stijgende energieprijzen. De mensen zijn hierdoor voorzichtiger geworden. Het consumentenvertrouwen is historisch laag en ook voor het vastgoed heeft dat mogelijk gevolgen. Want als een consument een huis koopt, moet hij meestal een lening aangaan. Maar die lening moet afbetaald worden, en dat terwijl de consument niet weet hoe de prijzen van energie of voedsel de volgende maanden zullen evolueren. Het lijkt er dus op dat de consument de kat uit de boom aan het kijken is.
Als deze situatie blijft aanhouden, komen mogelijk ook de verkoopsprijzen van de huizen onder druk staan. Een prijsdaling is dan zeker mogelijk, wat natuurlijk goed nieuws is voor jonge gezinnen die op zoek zijn naar hun droomwoning. Op dit moment volgen de prijzen nog niet. Maar wat gebeurt er als de trend zich voortzet? Want ook voor vastgoed geldt: hoe lager de vraag, hoe lager de prijzen. Misschien kan je een van de volgende maanden wel je slag slaan.
De notarissen zijn echter niet onder de indruk. De daling van aantal verkopen is volgens hen gewoon een klassieke beweging op de markt. Na een forse stijging van het aantal verkopen, en van de prijzen, is een vertraging of een stabilisatie van de vraag niet meer dan een correctie van de markt. De sterke inflatie is bovendien uitzonderlijk en gaat geen jaren duren.
Volgens de notarissen kunnen de rentes nog licht stijgen, en mogelijk daalt ook de koopkracht nog een beetje. Maar dat zou volgens de notarissen de vastgoedmarkt niet in problemen mogen brengen. Een huis in Vlaanderen werd in het eerste kwartaal van 2022 gemiddeld 6,8 procent duurder in vergelijking met het jaargemiddelde van 2021. Als je dan rekening houdt met een inflatie van 6 à 7 procent, dan is de prijs voor een huis eigenlijk niet gestegen. De laatste echt prijsdaling op de huizenmarkt is ondertussen ook al 23 jaar geleden. Bij de notarissen is er voldoende vertrouwen in het vastgoed en gaan ze ervan uit dat die prijsdaling nog wel enige tijd op zich zal laten wachten.